Historiek AVIA vzw


Sport en VleugelsTussen 1958 en 1972 verschenen 24 nummers van ‘Sport en Vleugels, het officiële orgaan van de Sportkring van de Luchtmacht. Om het ontstaan van de Cirkel beter te begrijpen, moeten we teruggaan naar de onmiddellijke naoorlogse periode. Het is op 15 oktober 1946 dat de militaire luchtvaart zijn status van onafhankelijke Macht verkrijgt en definitief de Luchtmacht wordt. Haar ontwikkeling zal pijlsnel zijn. Zeer spoedig zullen er ongeveer 20.000 soldaten deel van uitmaken.

In 1947 werd luitenant-kolonel vlieger DFC "Mike" Donnet belast met het vinden van een Officier die in staat was om de lichamelijke opvoeding en sport van het nieuwe wapen te organiseren. Op 6 januari had hij een "commissie lichamelijke opvoeding" opgericht. Hij was de voorzitter en onderluitenant Olive Dekeyser, sportofficier, leidde het secretariaat

Alle jonge chefs van de Luchtmacht, piloten uit de oorlog, hadden het belang begrepen van een uitstekende fysieke conditie, een essentiële factor in de training van piloten. De jonge cavalerieofficier, Raoul Mollet, leek geschikt voor deze taak. Hij was een bekende sportman die deelnam aan de moderne vijfkamp van de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn.


Raoul MolletRaoul Mollet Begin 1947 laat hij van zich horen, omdat hij om een jaar onbetaald verlof had gevraagd, terwijl hij professor was aan het MILO, militair instituut voor lichamelijke opvoeding, gehuisvest in Battel (Mechelen).

Dit instituut, van uitstekende reputatie, moest verhuizen naar Eupen (waar het zich nog steeds bevindt).

Mollet beschouwde dit, net als twee andere professoren en enkele instructeurs, als "de begrafenis van het Instituut”, ver van Brussel, de plaats van besluitvorming en grote evenementen.


Colonel Donnet Luitenant-kolonel vlieger Donnet, de toekomstige luitenant-generaal en baron, was in staat om Mollet te overtuigen terug te keren naar de dienst, maar naar de Luchtmacht ...

Luitenant Mollet ontvangt "carte-blanche" om de sport naar eigen wens in te organiseren, te ontwikkelen en te leiden bij de Luchtmacht.

Hij heeft zich met enthousiasme en deskundigheid van deze taak gekwijt. Eerst creëerde hij het CEPS (Centrum voor Fysieke Training en Sport) en installeerde het in de Géruzet-kazerne in Etterbeek. Hier had de Luchtmacht haar generale staf gevestigd. Mollet recupereerde de sportinfrastructuur van het MILO die er vóór de oorlog was geïnstalleerd. Voor de kazerne beschikte hij over een groot terrein (waar vandaag de site van de ULB en de VUB zijn gevestigd). Naast de deur, in de kazerne van de Gendarmerie, was een klein overdekt zwembad (20 yards).


La Maison des Ailes Het Zoniënwoud was op loopafstand. Een aantal atleten werden door hem aangetrokken, om hen te vormen tot sportinstructeur of hulpinstructeur.

Dit beviel het IMEP niet, dat zijn prachtige faciliteiten had verloren, zich geïsoleerd in Eupen bevond en de Luchtmachtschool als concurrentie zag.

Mollet begon zijn jonge atleten succesvol te lanceren in militaire- en civiele wedstrijden. Om hun inspanningen te ondersteunen creëerde hij een "Sportkring van monitoren".

Zijn secretaris, sergeant Jacques Walschaert, verzorgde het secretariaat. Hij zal de animator – monitor sectie van de duiksectie AVIA worden.

Enkele enthousiaste piloten lanceren de luchtvaart Pentatlon, met succes op internationaal niveau. Onder hen de laatste voorzitter van het AVIA Tenniscomplex te Haren, toentertijd luitenant Tino 'Mig' Migliavacca.

De Generale Staf van de Luchtmacht volgt deze evolutie van nabij met grote belangstelling. "Mike" Donnet was in zijn opzet geslaagd mede dankzij de steun van de chef van de instructiecel, kolonel vlieger Jose Muller.

Uiteraard werd Mollet gesteund door zijn chefs wanneer hij voorstelt om zijn kleine sportkring uit te breiden over de ganse Luchtmacht. De stafchef, generaal vlieger Frans Burniaux, geeft zijn toestemming. AVIA werd officieel boven de doopvond gehouden op 8 juni 1957 in het Huis Der Vleugels te Brussel.


Logischerwijs waren onder de dertig oprichters vier sportofficieren (Mollet, Preux, Libert en Vanmeerbeek) en drie instructeurs (Garin, Schijns en Vandenneucker).

 Deze geschiedenis werd opgesteld door Dr Roger Vanmeerbeek, stichtend lid.